Deze website gebruikt cookies en scripts om uw gebruik van onze websites geanonimiseerd te analyseren, zodat we functionaliteit en effectiviteit kunnen aanpassen.
Oké, ik begrijp het!

Bobby Bok, de reptielen- en amfibieënman van het SMC

Interview door Roeland Helfensteijn en Thomas van Lier

Doordeweeks is Bobby Bok een jonge, modieuze en grappige docent biologie die elke dag weer met veel plezier voor de klas staat. In de weekenden en vakanties is Bobby een lefgozer die het grote avontuur opzoekt. Maak kennis met Bobby, de reptielen- en amfibieënman van het SMC. ‘Ik houd van avontuur, het onbekende’.   

Je hebt onlangs meegewerkt aan een boek over de amfibieën en reptielen van Europa. Kun je daar iets over vertellen?

‘In 2010 was ik in Italië met twee vrienden. We kwamen op het idee om een nieuwe veldgids van de reptielen en amfibieën van Europa te schrijven, omdat de bestaande veldgidsen gedateerd zijn. In 2011 maakten we contact met een Bulgaarse tekenaar, die graag wilde meewerken. Een jaar later stuurden we enkele pagina’s naar uitgeverijen en er waren drie geïnteresseerd. Bloomsbury’s in Londen leek ons de beste keuze.’

Voor wie is het boek bedoeld?

‘Het nieuwe standaardwerk is bedoeld voor biologen en geïnteresseerden. We hebben lovende reacties van vooraanstaande wetenschappers gekregen. Ook staan er positieve recensies in vakbladen.’

Hoe hebben jullie het boek geschreven?

‘We hebben de taken verdeeld. Ik heb de inleiding geschreven, de hoofdstukken over kikkers en padden en een deel van het hoofdstuk over de hagedissen.’

Wanneer is je interesse in reptielen en amfibieën ontstaan?

‘Sinds ik kan lopen, zit ik achter de dieren aan. We woonden in de duinen en ik ging altijd in de achtertuin hagedissen zoeken. Sinds mijn studie biologie aan de Hogeschool van Amsterdam is die interesse nog groter geworden. Ik heb mijn OV-chipkaart gruwelijk misbruikt. Tijdens de college-uren ging ik met studiegenoten naar de Veluwe of Zuid-Limburg om reptielen en amfibieën te zoeken. Na een paar jaar had ik alle soorten van Nederland wel gezien en ging ik op zoek alle soorten van Europa.’

Heb je alle reptielen en amfibieën in Europa gezien?

‘De meeste heb ik gezien. Ik moet alleen nog naar Oekraïne, maar dat is nu niet zo verstandig. Europa is minder interessant dan Afrika of het Midden-Oosten. Zo ben ik laatst in Iran geweest. Daar is nog vrij weinig bekend. Ik houd tenslotte van het avontuur, het onbekende.'

Is het dan avontuurlijk om amfibieën en reptielen te zoeken?

‘Het klinkt natuurlijk als een suffe hobby, maar je komt in gevaarlijke gebieden terecht die niet toeristisch zijn. Zo ben ik een paar jaar geleden boomkikkers in Turkije gaan fotograferen. Opeens kwamen er boeren met jachtgeweren op ons af. Ze waren heel boos en dachten dat we hun vee kwamen stelen. Ik probeerde het uit te leggen, maar dat lukte niet. Toen ik weg liep, begon een van de boeren te schieten. Gelukkig haalden ze er een meisje bij dat Engels sprak, waardoor het goed afliep.’

Ga je na dit boek nog andere boeken schrijven?

‘We willen een serie reisgidsen voor amfibieën- en reptielenliefhebbers gaan schrijven. Mensen moeten vaker de natuur ingaan.’

Zijn de reptielen en amfibieën hier zelf blij mee, denk je?

‘Ze zijn er niet blij mee, maar ze hebben de aandacht wel nodig. Mensen beschermen alleen wat ze kennen.’

En je denkt dat Westerse dierenliefhebbers daaraan kunnen bijdragen?

‘Ja, maar er moet ook iets in de landen veranderen waar de dieren te vinden zijn. In Koerdistan ging ik laatst met vrienden slangen zoeken. De politie kwam vaak langs om te kijken of we geen slangen smokkelden, terwijl de bevolking die slangen zelf doodmaakt. Die slangen kunnen hen eigenlijk weinig schelen. In Iran werd er ook gecontroleerd, maar daar waren de mensen veel vriendelijker. Daar hebben ze meer kennis en gaan deuren voor je open.’

Ben je wel eens gebeten?

‘Ik ben nooit gebeten, maar een vriend van mij wel. In Peru werd hij door een dodelijke koraalslang gebeten. Toen hij vanuit de Amazone met een bootje naar een ziekenhuis werd gebracht, dachten we dat hij het niet zou overleven. Gelukkig heeft hij het er goed vanaf gebracht.’

Wij hebben geen tijd om helemaal naar de Amazone te reizen om bijzondere dieren te zien. Kun je in Nederland ook bijzondere diersoorten vinden?

‘In Zuid-Limburg leeft de vuursalamander. Hij ziet er heel exotisch uit. Hij is zwart en heeft gele vlekken op zijn lichaam. Maar je moet snel zijn, want hij is in Nederland bijna uitgestorven vanwege een schimmelziekte. Als je nog dichter bij huis wil blijven, kun je in mijn lokaal terecht. Daar staan zeven bakken met reptielen, insecten en amfibieën. Die onderhoud ik met de terrariumwerkgroep, die bestaat uit zeven leerlingen. De achtste bak met schorpioenen komt eraan. ’

Streamers:

‘Sinds ik kan lopen, zit ik achter dieren aan.’

‘Mijn vriend werd door een dodelijke koraalslang gebeten’.

‘Ik heb mijn OV-chipkaart gruwelijk misbruikt.’