Deze website gebruikt cookies en scripts om uw gebruik van onze websites geanonimiseerd te analyseren, zodat we functionaliteit en effectiviteit kunnen aanpassen.
Oké, ik begrijp het!

Stage-/opleidingsprogramma en -afspraken voor studenten lerarenopleidingen/stagiaires op het SMC


Als studenten van een lerarenopleiding hun praktijkleren/stage op het SMC volgen, dan kunnen studenten rekenen op de volgende opleidingsafspraken. 
 

Opleidingsafspraken

  • Het opleidingsprogramma voor elke student bestaat op het SMC in elk geval uit:
  1. Het observeren en geven van lessen; 
  2. Het uitvoeren van niet-lesgebonden activiteiten die ook tot de taak van docent behoren (vervat in ‘leerwerktaken’), waartoe in elk geval een taak in/deelname aan het spectrascholaire programma van de school hoort; en
  3. Het deelnemen aan enkele thema-/intervisiebijeenkomsten. 
  4. Daarnaast kunnen in het kader van de ontwikkeling van de student maatwerkafspraken gemaakt worden om het praktijkleren/de stage op het SMC vorm te geven. 
  5. Indien (afstudeer)onderzoek wenselijk of verplicht onderdeel van de stage/het praktijkleren is, kunnen studenten ook daarin begeleid worden.
     
  • Afhankelijk van het type stage, de ervaring van de student en de stage-eisen van het instituut voor de lerarenopleiding worden bovenstaande zaken aan het begin van de stage concreet ingevuld tussen student/stagiair en begeleiders (denk aan: aantal te geven lessen, stagedagen, vormgeving andere stageopdrachten/leerwerktaken, deelname themabijeenkomsten, enz.).
     
  • Elke student werkt vanuit een persoonlijk ontwikkelplan (POP). Dat plan (een set ontwikkeldoelen en afspraken over hoe die doelen te behalen) vormt het uitgangspunt voor de stage/het praktijkleren van de student/stagiair. Het POP wordt periodiek tussen student en begeleiders besproken/geëvalueerd, zodat het, naar gelang de ontwikkeling van de student, ook steeds kan worden bijgesteld.
     
  • Elke student krijgt twee begeleiders vanuit het SMC:
  1. een schoolopleider (een geregistreerd lerarenopleider of iemand met uitzicht op die registratie); en
  2. een werkplekbegeleider (begeleider vanuit de vakgroep van het schoolvak waarvoor de student studeert).
     
  • De student observeert en geeft met name lessen aan de klas(sen) die de werkplekbegeleider als vakdocent lesgeeft. 

Taken/verantwoordelijkheden van en de taakverdeling tussen werkplekbegeleider en schoolopleider
 

  • De werkplekbegeleider ontfermt zich met name over opleiding/coaching op het terrein van de vakinhoud en de specifieke vakdidactiek. Verder geeft de werkplekbegeleider feedback op gegeven lessen, ondersteunt waar nodig bij de voorbereiding van lessen en zorgt ook voor opleiding en coaching op het terrein van algemene pedagogiek, algemene didactiek en klassenmanagement. 
     
  • De schoolopleider ontfermt zich met name over opleiding/coaching op het terrein van de algehele vorming van de student tot zijn rol(len) als docent en volgt en stimuleert de ontwikkeling van de student op ‘metaniveau’, met name door middel van reflectie- en supervisiegesprekken en periodieke evaluatie van het POP van de student.
     
  • De schoolopleider ontfermt zich bovendien, net als de werkplekbegeleider, ook over opleiding en coaching op het terrein van algemene didactiek, pedagogiek en klassenmanagement. Daartoe bezoekt de schoolopleider periodiek ook de lessen die de student/stagiair geeft. 
     
  • De schoolopleider is tevens coach/opleider voor de opleidingsprogramma-onderdelen die niet lesgebonden zijn. Denk hierbij aan thema- en/of intervisiebijeenkomsten van studenten, leerwerktaken die studenten (naast hun lesactiviteiten) dienen uit te voeren, begeleiden van onderzoek door studenten, enz.