Vakken in de brugklas
In de brugklas kennen we drie soorten klassen. Je wordt in één van die klassen geplaatst en de vakken verschillen op sommige onderdelen per klas.
De havo/vwo-klas
De vakken voor deze klassen: Nederlands, Frans, Engels, wiskunde, biologie, onderzoek & ontwerpen, aardrijkskunde, geschiedenis, levensbeschouwelijke vorming, muziek, beeldende vorming en lichamelijke opvoeding.
Daarnaast hebben alle leerlingen een mentoruur (in het eerste semester zelfs 2 uur) en kiezen alle leerlingen een Accentmodule voor het 2e jaar.
De vwo-klas
De vakken voor deze klassen: Nederlands, Frans, Engels, wiskunde, biologie, onderzoek & ontwerpen, aardrijkskunde, geschiedenis, levensbeschouwelijke vorming, muziek, beeldende vorming en lichamelijke opvoeding.
Daarnaast hebben alle leerlingen een mentoruur (in het eerste semester zelfs 2 uur) en kiezen alle leerlingen een Accentmodule voor het 2e jaar.
In de vwo-stroom wordt bij de vakken gewerkt aan verdieping. Verdieping wil zeggen dat er wat meer op de stof wordt ingegaan, er wordt geen extra werk gegeven.
De vwoXtra-klas
De vakken voor deze klassen: Nederlands, Frans-DELF (DELF staat voor diplôme d'études en langue française), Cambridge Engels, wiskunde, biologie, TNO (techniek, natuurkunde en ontwerpen), aardrijkskunde, geschiedenis, levensbeschouwelijke vorming, muziek, Art&Design en lichamelijke opvoeding. Bij de niet-dikgedrukte vakken wordt bij de vwoXtra-klas ook gewerkt aan verdieping en verbreding.
Ook deze leerlingen hebben een mentoruur (in het eerste semester 2 uur).